Vereniging

Duiken met een laag-bellenprofiel (“low bubble diving”)

Een conservatieve duikstijl helpt om de vorming van stikstofbelletjes in het lichaam te beperken én te voorkomen dat eventuele belletjes in de arteriële circulatie terechtkomen (bijvoorbeeld via een openstaand foramen ovale). Dit verkleint het risico op decompressieziekte. Een rustig duiktempo, lage belasting en ruime marges in tijd en diepte maken het verschil. “Low bubble diving” is geen beperking, maar een manier om comfortabel en veilig te kunnen blijven duiken op de lange termijn. De volgende richtlijnen dragen bij aan een laag-bellenprofiel:

Tijdens de duik

  • Begin elke duik op het grootste dieptepunt en stijg daarna geleidelijk op.
  • Vermijd jojo-duiken: dus geen herhaald stijgen en dalen binnen de eerste 10 meter.
  • Blijf ruim binnen de nultijden en maak geen decompressieduiken.
  • Duik bij voorkeur met nitrox volgens luchttabellen.
  • Stel je duikcomputer in op extra conservatieve instellingen (bijv. 3 minuten van de nultijd af blijven).
  • Beperk de opstijgsnelheid in de laatste 10 meter tot maximaal 5 meter per minuut.
  • Maak altijd een veiligheidsstop van 5 tot 10 minuten op 3–5 meter.
  • Vermijd inspanning tijdens het opstijgen, vooral in de laatste meters.

Na de duik

  • Doe geen fysieke inspanning gedurende de eerste twee uur.
  • Laat je helpen met uitrusting, doe het trimvest in het water af en sjouw niet met zware spullen.
  • Vermijd verhitting direct na de duik (zoals zonnebaden of een warme douche).
  • Vermijd afkoeling, dehydratie en roken.
  • Blijf rustig aan land komen of aan boord gaan: geen persdruk of kracht zetten.

Duikplanning

  • Doe maximaal twee duiken per dag.
  • Houd minimaal vier uur oppervlakte-interval aan tussen duiken.
  • Duik je op hoogte boven zeeniveau? Wacht dan twee uur extra vóór een volgende duik.

Gezondheid

Duik niet met verkoudheid of hoestklachten. Geforceerd klaren kan belletjes naar de arteriële circulatie brengen.